De Belastingdienst heeft een aantal voorbeelden gepubliceerd om de fiscale regels bij het gebruik van deelauto’s door werknemers te verduidelijken. Het gaat om zeven vragen en antwoorden. Overweegt u om een deelauto te gaan inzetten, kijk dan of uw situatie wordt besproken.
Voorbeeld 1: werkgever reserveert auto voor een zakelijke reis
Een werkgever heeft een abonnement bij een deelautobedrijf. Met dit abonnement kan hij bij beschikbaarheid een auto reserveren. Eén van diens werknemers heeft een auto nodig om naar een klant te rijden (bijvoorbeeld omdat die via het openbaar vervoer lastig bereikbaar is). De werkgever reserveert voor de werknemer in de buurt van het openbaar vervoer station een auto (of geeft via een portal/online omgeving toestemming aan de werknemer om een auto te reserveren). Privégebruik is niet toegestaan op straffe van een boete. De werkgever controleert of de kilometerstand van de auto (op de factuur) overeenkomt met de reis die de werknemer heeft gemaakt.
De werknemer gaat op de fiets naar een openbaar vervoer station bij hem in de buurt. Vervolgens gaat de werknemer met de trein naar een openbaar vervoer station in de buurt van de klant. Vanaf dat station neemt de werknemer voor het laatste stuk de deelauto naar de klant en vice versa.
Wat zijn de fiscale gevolgen voor de loonheffingen?
Deelauto:
Er is geen sprake van een ter beschikking gestelde auto om de volgende redenen:
Openbaar vervoer:
De werkgever kan de werknemer een onbelaste kilometervergoeding geven van maximaal € 0,23 per kilometer voor de reis met het openbaar vervoer of hij kan de werkelijke kosten van het openbaar vervoer onbelast vergoeden als deze hoger liggen. Als de werkgever een OV-abonnement heeft vergoed, verstrekt of ter beschikking heeft gesteld is het abonnement onbelast.
Fiets:
De werkgever kan de werknemer een onbelaste kilometervergoeding geven van maximaal € 0,23 per kilometer voor de reis met de fiets.
Voorbeeld 2: werkgever heeft abonnement bij deelautobedrijf voor werknemers
Een werkgever heeft een afspraak met een deelautobedrijf voor al zijn werknemers. Op basis hiervan kunnen de werknemers bij beschikbaarheid zelf een auto (in de buurt) reserveren. De werknemers mogen te allen tijde een auto reserveren voor zakelijke doeleinden. Vooraf is geen goedkeuring van de werkgever voor het gebruik van de auto nodig, maar privégebruik is niet toegestaan op straffe van een boete. De werkgever houdt achteraf daadwerkelijk toezicht op het privégebruik middels de facturen en bewaart de vastleggingen van dit toezicht in zijn administratie.
Wat zijn de fiscale gevolgen voor de loonheffingen?
Voorbeeld 3: werknemer heeft abonnement bij deelauto bedrijf / gebruik enkele rit
Een werknemer sluit in privé een abonnement af bij een deelautobedrijf. Met dit abonnement kan hij bij beschikbaarheid een auto (in de buurt) reserveren. Het bedrijf brengt iedere maand bij de werknemer abonnementskosten in rekening en een bedrag per uur en per kilometer voor het daadwerkelijke gebruik van de auto. Alle oplaad-, brandstof- en verzekeringskosten zijn inbegrepen in het uur/kilometertarief.
Op aangeven van de werkgever reserveert de werknemer voor een dag een auto in zijn buurt om daarmee naar een congres te gaan en terug. De werkgever vergoedt alle kosten die het deelautobedrijf in rekening brengt, bestaande uit de pro rata kosten van het abonnement, het gebruik van de auto voor de zakelijke rit en de hieraan gerelateerde oplaad-, dan wel brandstofkosten. Privégebruik tijdens de rit naar het congres is niet toegestaan. De werkgever controleert dit achteraf.
Wat zijn de fiscale gevolgen voor de loonheffingen?
Er is geen sprake van een ter beschikking gestelde auto om de volgende redenen:
Voorbeeld 4: werknemer heeft abonnement met deelauto bedrijf / gebruik indien nodig
Een werknemer sluit in privé een abonnement af bij een deelautobedrijf. Met dit abonnement kan hij bij beschikbaarheid een auto (in de buurt) reserveren. Het bedrijf brengt iedere maand bij de werknemer abonnementskosten in rekening en een bedrag per uur en per kilometer voor het daadwerkelijke gebruik van de auto. Alle brandstof- en verzekeringskosten zijn inbegrepen in het uur/kilometertarief.
De werknemer heeft toestemming van zijn werkgever om de auto te gebruiken als dat naar het oordeel van de werknemer voor het werk nodig is. Enige mate van privégebruik is toegestaan, de werkgever controleert daar verder niet op. De werknemer houdt geen rittenregistratie bij. De werkgever vergoedt maandelijks de factuur die de werknemer aan het deelautobedrijf moet betalen, dat betekent alle kosten, bestaande uit abonnementskosten, ritkosten en brandstofkosten ook als de werknemer de auto voor privédoeleinden gebruikt.
Wat zijn de fiscale gevolgen voor de loonheffingen?
Er is sprake van een ter beschikking gestelde auto om de volgende redenen:
De werkgever moet een bijtelling in aanmerking nemen, omdat hij niet kan voldoen aan de tegenbewijsregeling. De werkgever kan niet aantonen dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt. Hij kan immers geen sluitende kilometeradministratie overleggen of anderszins bewijzen dat de 500-kilometergrens niet is overschreden.
Wanneer de werknemer verschillende auto’s gebruikt, is de grondslag voor de bijtelling (cataloguswaarde) niet altijd hetzelfde. De werkgever moet daar rekening mee houden bij het vaststellen van de hoogte van de bijtelling. De werkgever kan met behulp van het kenteken de cataloguswaarde van de auto achterhalen. De gegevens van de gebruikte auto staat vermeld op de factuur. Bij voorbeeld 5 wordt de berekening van de bijtelling met een cijfervoorbeeld toegelicht.
Voorbeeld 5: werkgever biedt deelauto aan via mobiliteitsbudget
Een werkgever verstrekt aan werknemers een mobiliteitsbudget van € 800 per maand. Dit budget kan de werknemer via een app inzetten voor zakelijke reizen. Met de app kan de werknemer o.a. een auto reserveren bij een autoverhuurbedrijf. Het autoverhuurbedrijf heeft altijd een auto voor de werknemer beschikbaar. De werknemer mag het budget en dus ook de auto alleen voor zakelijke reizen gebruiken. Als hij de auto toch voor privédoeleinden gebruikt, factureert het verhuurbedrijf de kosten hiervan rechtstreeks aan de werknemer. De werkgever controleert het (privé)gebruik van de auto niet. Een eventueel restant van het budget wordt niet uitbetaald aan de werknemer.
Wat zijn de fiscale gevolgen voor de loonheffingen?
Er is sprake van een ter beschikking gestelde auto om de volgende redenen:
Er is een forfaitaire bijtelling van nihil aan de orde als blijkt dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt (tegenbewijsregeling). De 500-kilometergrens voor privédoeleinden moet worden herrekend aan de hand van de mate van terbeschikkingstelling. Als een werknemer de app voor 10 dagen per jaar inzet voor een auto, geldt voor hem een grens van 13,6 kilometer (10/365) in dat kalenderjaar. Bij meer privékilometers in dat kalenderjaar dient de werkgever een (tijdsgelange) bijtelling in aanmerking te nemen. Dit betekent in beginsel (ervan uit gaande dat steeds dezelfde auto wordt gebruikt) een bijtelling van 10/365 * (bijtellingspercentage * cataloguswaarde). Stel de werknemer heeft een auto met een cataloguswaarde van € 50.000 met een bijtellingspercentage van 22%. De bijtelling over het betreffende kalenderjaar bedraagt dan afgerond € 301 (10/365 * (22% * € 50.000)). Als de cataloguswaarde van de deelauto’s verschilt, moet hier rekening mee gehouden worden. Stel de werknemer heeft 5 dagen de beschikking gehad over een auto met een cataloguswaarde van € 30.000, 2 dagen een auto met een cataloguswaarde van € 40.000 en 3 dagen een auto met een cataloguswaarde van € 50.000. De berekening van de bijtelling is in dat geval: 5/365 * (bijtellingspercentage * € 30.000) + 2/365 * (bijtellingspercentage * € 40.000) + 3/365 * (bijtellingspercentage * 30.000).
Als geen bijtelling in aanmerking hoeft te worden genomen omdat voor niet meer dan 13,6 kilometer voor privédoeleinden in gereden, worden de privékilometers op nihil gewaardeerd (forfaitaire bijtelling van nihil).
Voorbeeld 6: werkgever huurt een auto voor drie werknemers
Een werkgever huurt een auto bij een autoverhuurbedrijf. De sleutel van de auto is in beheer bij de receptie en wordt afwisselend gebruikt door drie werknemers. De werkgever controleert het gebruik van de auto niet en privégebruik is toegestaan. Er wordt geen kilometeradministratie bijgehouden.
Werknemer A gebruikt de auto 45 dagen in het kalenderjaar, werknemer B gebruikt de auto 60 dagen en werknemer C gebruikt de auto 100 dagen (in totaal: 205 dagen daadwerkelijke gebruik). De auto heeft een cataloguswaarde van € 45.000.
Wat zijn de fiscale gevolgen voor de loonheffingen?
Er is sprake van een ter beschikking gestelde auto om de volgende redenen:
De werkgever moet een bijtelling in aanmerking nemen, omdat de werkgever niet kan aantonen dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt (tegenbewijsregeling).
De werkgever moet de bijtelling in redelijkheid naar evenredigheid verdelen over de drie werknemers. De totale bijtelling voor de auto bedraagt € 9.900 (22% * € 45.000). De bijtelling kan bijvoorbeeld als volgt worden verdeeld over de betreffende werknemers:
Voorbeeld 7: werkgever heeft één bedrijfsauto voor drie werknemers
Een werkgever heeft één auto op het bedrijfsterrein staan die drie werknemers kunnen meenemen voor zakelijk gebruik. De werkgever vindt het goed dat de werknemers de auto ook voor privédoeleinden gebruiken op momenten dat de auto niet gereserveerd is door de betreffende collega’s. De kosten voor de privéritten wil de werkgever echter niet zelf dragen. Hij spreekt met de werknemers af dat zij eventueel privégebruik zelf moeten betalen. In de auto is een geautomatiseerde rittenregistratie geplaatst, waarmee kan worden vastgesteld wie er wanneer, waar en waarvoor (zakelijk of privé) met de auto heeft gereden.
Werknemer A maakt 60% gebruik van de auto en werknemer B 40%. Werknemer C maakt geen gebruik van de auto, omdat die continue in gebruik is bij de andere twee werknemers.
Wat zijn de fiscale gevolgen voor de loonheffingen?
Er is sprake van een ter beschikking gestelde auto aan A en B om de volgende redenen:
Er is een forfaitaire bijtelling van nihil aan de orde voor werknemer A en B als blijkt dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt (tegenbewijsregeling). De 500-kilometergrens voor privédoeleinden moet worden herrekend aan de hand van de mate van terbeschikkingstelling. Aangezien werknemer A de auto 60% van de tijd gebruikt geldt voor hem een grens van 300 kilometer (60% * 500). Voor werknemer B geldt een grens van 200 kilometer (40% * 500). Bij meer privékilometers moet de werkgever een evenredige forfaitaire bijtelling in aanmerking te nemen.
Stel A heeft de auto voor meer dan 300 kilometer voor privédoeleinden gebruikt, dan geldt voor hem een evenredige forfaitaire bijtelling van 60% * (bijtellingspercentage * de cataloguswaarde). Als B de auto voor 200 kilometer of minder voor privédoeleinden heeft gebruikt, geldt voor hem een forfaitaire bijtelling van nihil.
De eventuele eigen bijdrage voor het privégebruik van de auto mag in mindering worden gebracht op de forfaitaire bijtelling.
Terug naar het overzichtSchrijf u in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van financiële en fiscale ontwikkelingen.