22 november 2019

Definitief einde slapend dienstverband

De hoogste rechter heeft beslist over het zogenoemde ‘slapende dienstverband’. Dat is een dienstverband dat een werkgever na twee jaar arbeidsongeschiktheid van de werknemer niet opzegt, hoewel hij daartoe wel bevoegd is, en waarbij hij de werknemer geen loon meer betaalt. Doordat de arbeidsovereenkomst niet is beëindigd, is de werkgever niet de wettelijke transitievergoeding verschuldigd. Als de werknemer dat vraagt, moet de werkgever dan het ‘slapende dienstverband’ op grond van goed werkgeverschap beëindigen onder toekenning van een vergoeding aan de werknemer?

Werkgevers vinden het vaak onrechtvaardig dat zij een transitievergoeding moeten betalen na een opzegging wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Zij hebben immers voorafgaand aan die opzegging gedurende twee jaar het loon doorbetaald en kosten gemaakt gericht op de re-integratie van de werknemer.

Per 1 april 2020 kan de werkgever echter in deze situatie van het UWV compensatie krijgen voor arbeidsovereenkomsten die op of na 1 juli 2015 zijn geëindigd. De compensatie komt ten laste van het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf).

Oordeel hoogste rechter
Als is voldaan aan de vereisten voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, moet een werkgever in principe instemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding. Daarbij geldt dat die vergoeding niet meer behoeft te bedragen dan hetgeen aan transitievergoeding verschuldigd zou zijn bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op de dag na die waarop de werkgever wegens arbeidsongeschiktheid van de werknemer de arbeidsovereenkomst zou kunnen (doen) beëindigen.

Dit geldt niet als de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst, hetgeen de werkgever dan moet bewijzen. Zo’n belang kan bijvoorbeeld gelegen zijn in reële re-integratiemogelijkheden voor de werknemer, maar niet in de omstandigheid dat de werknemer op het moment dat hij zijn beëindigingsvoorstel doet, de pensioengerechtigde leeftijd bijna heeft bereikt.

Tip: De Wet compensatie transitievergoeding treedt in werking op 1 april 2020. Een aanspraak op compensatie is mogelijk voor arbeidsovereenkomsten die op of na 1 juli 2015 zijn geëindigd. Als werkgever moet u de vergoeding voor de werknemer voorfinancieren totdat de Wet compensatie transitievergoeding in werking is getreden. Als u aannemelijk maakt dat die voorfinanciering leidt tot ernstige financiële problemen, kan de rechter beslissen dat betaling aan de werknemer in termijnen plaatsvindt of wordt opgeschort tot na 1 april 2020. Vanaf 1 april 2020 is voor de aanvraag van compensatie vereist dat de volledige vergoeding aan de werknemer is voldaan.

Terug naar het overzicht

Nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van financiële en fiscale ontwikkelingen.