Een technisch monteur heeft in zijn vaste contract een concurrentie- en een relatiebeding met boeteclausule. Na twee jaar zegt hij de overeenkomst op, maar twee maanden later treedt hij weer in dienst. Even later start hij daarnaast in dezelfde branche een eenmanszaak. Hij wordt gepromoveerd tot chef werkplaats. Maar als zijn eenmanszaak gaat lopen, neemt hij definitief ontslag. De werkgever beroept zich op het concurrentiebeding en eist € 376.500 boete.
Kantonrechter in kort geding
De kantonrechter heeft de werknemer veroordeeld om het concurrentie- en het relatiebeding na te komen. Bovendien moet de werknemer aan de werkgever per direct € 100.000,- betalen als voorschot op verbeurde boetes.
Gerechtshof in hoger beroep
De werknemer probeert met diverse stellingen onder zijn betalingsverplichting uit te komen.
Geen concurrentiebeding overeengekomen
Volgens de werknemer is bij zijn terugkeer geen concurrentiebeding en ook geen relatiebeding met de werkgever overeengekomen. De rechter wijst echter op de getekende nieuwe arbeidsovereenkomst met deze bedingen. Dat niet op alle pagina’s de paraaf van de werknemer staat, is van onvoldoende belang. Bovendien wordt er in mailverkeer naar verwezen.
Bij promotie niet opnieuw overeengekomen
Volgens de werknemer hadden de bedingen bij zijn promotie opnieuw moeten worden overeengekomen, omdat ze in de nieuwe functie zwaarder zijn gaan drukken. De rechter gaat hier niet in mee.
Geen overtreding, want eenmanszaak in andere gemeente
Volgens de werknemer heeft hij het concurrentiebeding niet overtreden, omdat de reikwijdte is beperkt tot regio Voerendaal en de eenmanszaak in een plaats iets verderop is gevestigd. De rechter oordeelt dat ‘regio’ naar normaal spraakgebruik een groter gebied omvat dan een gemeente. In het beding staat overigens niet slechts ‘regio’ maar ‘regio, waarin hij gedurende de vervulling van zijn functie werkzaam is geweest’. Bovendien is vast komen te staan dat de werknemer het relatiebeding heeft overtreden.
Werkgever is te laat
Volgens de werknemer heeft hij tevoren met de werkgever over zijn plannen gesproken, en heeft de werkgever zich pas tien maanden later op de bedingen beroepen. Bij de werknemer was het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat de werkgever dat niet zou gaan doen. De rechter neemt aan dat de werknemer wellicht iets heeft verteld over zijn plan om als zelfstandige te gaan werken, maar acht het vooralsnog niet aannemelijk dat hij ook heeft verteld dat hij van plan was voor (voormalige) klanten van de werkgever te gaan werken.
Conclusie gerechtshof
Het hof ziet geen reden om de bedingen te schorsen. De bedingen zijn overeengekomen en de werkgever heeft groot belang bij nakoming van de bedingen.
Wel matigt het gerechtshof het voorschot op de boete. Het (oorspronkelijk) gevorderde bedrag (€ 376.500,-) zou tot een persoonlijk faillissement van de werknemer leiden en het door de kantonrechter toegewezen bedrag (€ 100.000,-) zou hem in grote financiële problemen brengen. Het hof komt tot € 35.000,- als voorschot op verbeurde boetes. Bovendien moet de werknemer ruim € 8.000 proceskosten van de werkgever betalen.
Tip: Als u er belang bij hebt, neem dan een goed gedefinieerd concurrentie- en relatiebeding met boeteclausule in uw arbeidsovereenkomsten op.
Terug naar het overzichtSchrijf u in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van financiële en fiscale ontwikkelingen.